De stappen van animatie verder uitgewerkt
Het onderwerp
Rond een thema:
Je kan klassikaal werken, met een woordspin op het bord. Deze vul je als leerkracht zelf aan met ideeën die de leerlingen geven. Je kan natuurlijk ook elk groepje kinderen een groot blad geven, waarop ze zelf een woordspin maken rond het thema.
Daarna kiezen de leerlingen elk twee woorden waar ze graag rond zouden werken. Zo begin je met eliminatie. Elk woord dat niet gekozen is, gaat weg, tot je uitkomt bij enkele woorden/ideeën waar iedereen het mee akkoord is.
Dit zelfde systeem kan je doen met post it’s. De leerlingen schrijven elk afzonderlijk woord op een nieuwe post it. De post-it’s kunnen dan gesorteerd worden, of woorden kunnen makkelijk verwijderd worden.
Vanuit een verhaal:
Kinderen kunnen ook een animatiefilm maken over een verhaal.
Als leerkracht lees je een verhaal of gedicht voor, maar daarbij toon je geen enkel beeldmateriaal. Dit laat de fantasie van de kinderen de vrije loop gaan.
De kinderen kunnen daarna overleggen wat zij zich voorstelden bij het verhaal.
Vanuit een lied:
Een andere optie is het werken vanuit een lied. Dit kan een lied met tekst zijn, of een lied zonder tekst. Wanneer je een lied met tekst gebruikt gaan de kinderen geneigd zijn om de tekst weer te geven. Wil je een meer vrije animatie, dan kan je werken met een instrumentaal lied. Daarna praat je met de kinderen (of de kinderen onder elkaar) wat ze zich voorstelden bij het lied. Je schrijft de ideeën op en laat de kinderen beslissen wat ze willen uitwerken.
Er zijn nog vele manieren om een animatieles te starten, wees dus zeker niet bang om onderwerpen uit te testen.
Je kan klassikaal werken, met een woordspin op het bord. Deze vul je als leerkracht zelf aan met ideeën die de leerlingen geven. Je kan natuurlijk ook elk groepje kinderen een groot blad geven, waarop ze zelf een woordspin maken rond het thema.
Daarna kiezen de leerlingen elk twee woorden waar ze graag rond zouden werken. Zo begin je met eliminatie. Elk woord dat niet gekozen is, gaat weg, tot je uitkomt bij enkele woorden/ideeën waar iedereen het mee akkoord is.
Dit zelfde systeem kan je doen met post it’s. De leerlingen schrijven elk afzonderlijk woord op een nieuwe post it. De post-it’s kunnen dan gesorteerd worden, of woorden kunnen makkelijk verwijderd worden.
Vanuit een verhaal:
Kinderen kunnen ook een animatiefilm maken over een verhaal.
Als leerkracht lees je een verhaal of gedicht voor, maar daarbij toon je geen enkel beeldmateriaal. Dit laat de fantasie van de kinderen de vrije loop gaan.
De kinderen kunnen daarna overleggen wat zij zich voorstelden bij het verhaal.
Vanuit een lied:
Een andere optie is het werken vanuit een lied. Dit kan een lied met tekst zijn, of een lied zonder tekst. Wanneer je een lied met tekst gebruikt gaan de kinderen geneigd zijn om de tekst weer te geven. Wil je een meer vrije animatie, dan kan je werken met een instrumentaal lied. Daarna praat je met de kinderen (of de kinderen onder elkaar) wat ze zich voorstelden bij het lied. Je schrijft de ideeën op en laat de kinderen beslissen wat ze willen uitwerken.
Er zijn nog vele manieren om een animatieles te starten, wees dus zeker niet bang om onderwerpen uit te testen.
De synopsis
Na dat het onderwerp vast ligt, gaan de kinderen het verhaal
verzinnen.
Laat ze in hun groep nadenken over wat er eerst gebeurt, en hoe het verhaal verloopt. Zorg er zeker voor dat ze een duidelijk einde hebben vastgelegd.
De leerlingen schrijven in enkele zinnen op wat er gebeurt in het filmpje. Dit hoeft zeker niet lang te zijn, maar geeft elk groepslid een duidelijk beeld van waar het filmpje over gaat.
Laat ze in hun groep nadenken over wat er eerst gebeurt, en hoe het verhaal verloopt. Zorg er zeker voor dat ze een duidelijk einde hebben vastgelegd.
De leerlingen schrijven in enkele zinnen op wat er gebeurt in het filmpje. Dit hoeft zeker niet lang te zijn, maar geeft elk groepslid een duidelijk beeld van waar het filmpje over gaat.
Het storyboard
Om een duidelijk beeld te krijgen over het filmpje, gaan de
leerlingen een strip maken van hun filmpje. Elk belangrijk beeld, of elke
nieuwe scene schetsen ze op een blad papier.
Laat ze de schetsen maken in rechthoekjes, die ongeveer de verhoudingen 3:4 hebben. Kinderen zijn automatische geneigd om vierkantjes te gebruiken, maar dit zorgt voor een vertekend beeld achteraf, want de foto’s zullen niet vierkant zijn.
Het storyboard hoeft zeker niet gedetailleerd te zijn, het is slechts een hulpmiddel om een beeld te krijgen van de volledige film.
Je kan als leerkracht al een sjabloon met hokjes voorzien. Je fotokopieert het gewenste aantal. Hiermee bespaar je erg veel tijd, in tegenstelling tot wanneer de kinderen zelf nog de hokjes moeten tekenen.
Laat ze de schetsen maken in rechthoekjes, die ongeveer de verhoudingen 3:4 hebben. Kinderen zijn automatische geneigd om vierkantjes te gebruiken, maar dit zorgt voor een vertekend beeld achteraf, want de foto’s zullen niet vierkant zijn.
Het storyboard hoeft zeker niet gedetailleerd te zijn, het is slechts een hulpmiddel om een beeld te krijgen van de volledige film.
Je kan als leerkracht al een sjabloon met hokjes voorzien. Je fotokopieert het gewenste aantal. Hiermee bespaar je erg veel tijd, in tegenstelling tot wanneer de kinderen zelf nog de hokjes moeten tekenen.
De achtergrond
Bij deze stap zal het materiaal definitief vastgelegd moeten
worden. Daarna gaan de kinderen in groep aan de slag om de achtergrond te
maken. De taken kunnen eventueel onderling verdeeld worden. Enkele kinderen
maken de achtergrond, de anderen houden zich bezig met de personages (zie
volgend punt).
De personages
Ook hier hangt het af welke techniek en soort animatie je
gebruikt. Aan de ene personage zal meer tijd besteed moeten worden aan een
andere.
Hou daar dus rekening mee in de klas. Ben je van plan om met klei te werken, trek dan meer tijd uit dan als je bijvoorbeeld pixillatie gaat doen.
Hou daar dus rekening mee in de klas. Ben je van plan om met klei te werken, trek dan meer tijd uit dan als je bijvoorbeeld pixillatie gaat doen.
Het animeren
Dit is het deel dat het meeste tijd in beslag zal nemen. Hou
daar zeker rekening mee.
Laat de kinderen voor dit deel met taken werken. Een kind bedient de camera, en de andere bewegen de figuren. Laat ze af en toe van taak wisselen.
Laat de kinderen voor dit deel met taken werken. Een kind bedient de camera, en de andere bewegen de figuren. Laat ze af en toe van taak wisselen.
Het bewerken
Als laatste stap laat je de kinderen de film zelf bewerken –
of probeer je toch. Werk je met een eerste graad, dan is dit al wat moeilijker
en kan je het als leerkracht ofwel zelf doen, of samen met de kinderen. Een
derde graad kan dit, na uitleg, ook zelf doen.
In deze stap gebruik je software om alle foto’s in een filmpje te zetten en geluid en/of tekst toe te voegen.
Wanneer je een iPad of tablet hebt gebruikt met een speciaal programma voor stop-motion is er misschien nog maar erg weinig te bewerken en kan je de film meteen publiceren. Wil je echter dat de kinderen ook geluid onder de film zetten, dan zal je dat vermoedelijk met een ander programma moeten doen.
Houd er rekening mee dat een filmpje bewerken best nog tijdrovend kan zijn.
In deze stap gebruik je software om alle foto’s in een filmpje te zetten en geluid en/of tekst toe te voegen.
Wanneer je een iPad of tablet hebt gebruikt met een speciaal programma voor stop-motion is er misschien nog maar erg weinig te bewerken en kan je de film meteen publiceren. Wil je echter dat de kinderen ook geluid onder de film zetten, dan zal je dat vermoedelijk met een ander programma moeten doen.
Houd er rekening mee dat een filmpje bewerken best nog tijdrovend kan zijn.
Hieronder kan je een stappenplan downloaden om in de klas op te hangen en te gebruiken.
Stappenplan animatie | |
File Size: | 1132 kb |
File Type: |